MARO - Uw specialist op het gebied van brandbeveiliging uit Leerdam

NEN

NEN

Wat is normalisatie?

Normalisatie is het proces om te komen tot een norm. Het is een open, transparant proces welk gericht is op consensus en plaats vindt in normcommissies die bestaan uit vertegenwoordigers van alle betrokken partijen. Dit gebeurt niet alleen op nationaal niveau, maar ook in Europees en mondiaal verband.

Normen zijn geen wetten, maar “best practices”. Iedereen kan op vrijwillige basis hier zijn voordeel mee doen. In zakelijke overeenkomsten hebben normen een belangrijke functie. Ze bieden duidelijkheid over en vertrouwen in producten, diensten en of organisaties. Normen moeten vaak gelezen worden in samenhang met de de meest recente Bouwbesluit en de Arbo-wet.

 

Er zijn 7 stappen voor het ontwikkelen van een norm:

  1. Voorstel
  2. Voorbereiding
  3. Totstandkoming normcommissie
  4. Ontwikkelen norm
  5. Publicatie door NEN
  6. Implementatie door gebruikers
  7. Evaluatie

 

Wat zijn NEN normen?

Een norm is een vrijwillige afspraak tussen partijen over een product, dienst of proces. NEN ontwikkelt verschillende typen afspraken waaronder Normen en NTA

Nederlandse norm (NEN-norm)

  • Eisen stellende afspraak
  • Brede vertegenwoordiging van belangstellende
  • Volgens consensus
  • Openbare commentaarperiode van minimaal 3 maanden
  • Doorlooptijd van 1 jaar tot maximaal 3 jaar (afhankelijk van internationalisatie)
  • Resultaat: een norm met een groot draagvlak en autoriteit

Nederlands technische afspraak (NTA)

  • Eisen stellende afspraak;
  • Openbare afspraak tussen twee of meer belanghebbende partijen
  • Consensus niet vereist
  • Geen openbare commentaarronde
  • Korte doorlooptijd
  • Resultaat: afspraak die snel tot stand kan komen. Dit biedt toegevoegde waarde in sectoren waarin de ontwikkelingen snel gaan

 

Europese norm (EN)

Een Europese EN-norm is geldig voor alle Europese lidstaten. Normalisatie-instituten zijn verplicht de Europese normen nationaal over te nemen (implementatieplicht). Voor de Nederlandse markt dragen Europese normen dan bijvoorbeeld de codering NEN-EN.

Voor de constructie, beproeving en het onderhoud van draagbare en verrijdbare blustoestellen bestaan Europese normen, internationale normen (ISO) en nationale normen. In Nederland zijn de volgende normen van kracht:

 

NEN-EN 2 Brandklassen

Deze norm verdeelt de verschillende type branden in vijf brandklassen afhankelijk van de brandbare stof. Daarom is er geen bijzondere klasse vastgelegd voor branden die een elektrisch gevaar met zich mee brengen. De volgende lettersymbolen zijn bestemd voor de indeling van branden van verschillende aard en om de verwijzing ernaar in woord en geschrift te vereenvoudigen.

Klasse A:
Branden van vaste stoffen doorgaans van organische oorsprong, die in het algemeen onder gloedvorming verbranden.

Klasse B:
Branden van vloeibare of vloeibaar wordende stoffen

Klasse C:
Branden van gassen

Klasse D:
Branden van metalen

Klasse F:
Branden van frituurmiddelen (plantaardige of dierlijke oliën en vetten) in frituurpan

NEN-EN 3-7 (2004, met aanvulling A1 2007)  Draagbare blustoestellen. Deel 7: Eigenschappen, prestatie-eisen en beproevingsmethoden.

De Europese normen (EN 3-serie) noemen de betrouwbaarheids-, constructie- en veiligheidseisen ( Richtlijn drukapparatuur 97/23/EEG). De normen blijven zo de technische basis voor zowel de veiligheid als de betrouwbaarheid. Een draagbaar blustoestel voldoet aan de wettelijke eisen wanneer dit op grond van het Besluit draagbare blusmiddelen is voorzien van het zogeheten “Rijkstypekeur” .

 

Typekeuring

De typekeuring van draagbare blustoestellen is in Nederland vastgelegd in het Besluit Draagbare Blustoestellen. Dit besluit (wet) vereist een laboratoriumbeproeving conform de Europese norm NEN-EN3 en een goedkeuring conform de Europese Pressure Equipment Directive (CE-keur).

De norm NEN-EN3 stelt eisen op het gebied van veiligheid, grootte, soort en massa/inhoud van de vulling, maximale massa, bluskracht, indeling in brandklasse(n), gebruiksgemak en onderhoudbaarheid. Blusstof en blustoestel horen bij elkaar. Dat wil zeggen dat uitsluitend de blusstof die in de typekeuring is vermeld in het desbetreffende blustoestel mag worden gedaan. Voor heel Europa zijn de vormgeving van het bedieningsetiket, de gebruikte pictogrammen en de indeling gelijk, zodat in de EU een eenduidige instructie voor de gebruiker is. Alle blusmiddelen moeten rood zijn. Op het etiket zijn het registratienummer en de naam van de vergunninghouder duidelijk aangegeven.

De Europese Pressure Equipment Directive stelt eisen aan de sterkte en veiligheid van het blustoestel als drukvat, en waarborgt bovendien de kwaliteit tijdens productie van het druk houdende gedeelte.

 

NEN-EN 671-1 (2012) Vaste brandblusinstallaties. Brandslangsystemen. Deel 1: Brandslanghaspels met vormvaste slang.

Deze norm behandeld de eisen en beproevingsmethoden voor in verband met de constructie en eigenschappen van brandslangsystemen met vormvaste slang voor plaatsing in gebouwen, die permanent verbonden zijn met een wateraanvoer en bestemd zijn voor gebruik door de gebruikers van het gebouw.

 

NEN-EN 671-2 (2012) Vaste brandblusinstallaties. Brandslangsystemen. Deel 2: Brandslanginstallaties met plat-oprolbare slang.

Deze norm behandeld de eisen en beproevingsmethoden voor in verband met de constructie en eigenschappen van brandslangsystemen met plat-oprolbare slang voor plaatsing in gebouwen, die permanent verbonden zijn met een wateraanvoer en bestemd zijn voor gebruik door de gebruikers van het gebouw.

 

NEN-EN 671-3

Deze norm behandeld met name het onderhoud van de brandslanghaspels. Hierdoor blijft de werking van de brandslanghaspel conform het doel waarvoor ze geproduceerd, geleverd en geïnstalleerd zijn; dat wil zeggen een eerste interventiemiddel waarborgen bij het blussen van een brand totdat er krachtiger middelen door de brandweer worden ingezet. Deze norm is van toepassing op brandslanghaspels en brandslangsysteeminstallaties in alle soorten bouwwerken, ongeacht de bestemming van de bouwwerken.

De norm beschrijft de volgende termen en definities:

  • Deskundig persoon
  • Onderhoud
  • Verantwoordelijke persoon
  • Leverancier
  • Regelmatige controles door verantwoordelijke persoon
  • Registratie van de brandslanghaspels en brandslangsystemen
  • Jaarlijkse inspectie en onderhoud door een deskundig persoon
  • Periodieke inspectie en onderhoud voor alle brandslangen
  • Rapportage van inspectie en onderhoud
  • Brandveiligheid tijdens inspectie en onderhoud
  • herstel van gebreken
  • Etiket voor de inspectie en het onderhoud

 

NEN-EN 694 (2014) Brandslangen. Vormvaste slangen voor vaste brandblusinstallaties.

Deze norm behandeld de eisen en beproevingsmethoden van de vormvaste slangen voor brandblusinstallaties.

 

NEN 1594 (2006, met correctieblad c2, 2015) Droge blusleidingen in en aan gebouwen.

Deze norm maakt deel uit van een pakket normen voor brandveiligheid van gebouwen. Een droge stijgleiding moet ieder jaar aan onderhoud worden onderworpen. Dit gebeurt volgens de NEN 1594.

Het bevat de volgende onderdelen:

  • Alle onderdelen moeten worden onderworpen aan een visuele controle (ook de aansluitkast)
  • Afdichtingen van rubber moeten geconditioneerd worden
  • Aansluitingen dienen te worden gecontroleerd
  • De spindels dienen geconditioneerd en gecontroleerd te worden

 

NEN-EN 1866-1 (2007) Verrijdbare blustoestellen – Deel 1: Eigenschappen, prestaties en beproevingsmethoden.

NEN-EN 1866-2:2014 – Deel 2: Eisen voor de vervaardiging, drukweerstand en mechanische beproeving voor blustoestellen, met een maximum toelaatbare druk gelijk of lager dan 30 bar, welke in overeenstemming is met de eisen van EN 1866-1

NEN-EN 1866-3:2013 en verrijdbare blustoestellen – Deel 3: Eisen voor de montage, vervaardiging, en de drukweerstand van CO2 blustoestellen welke overeenkomen met de eisen van EN 1866-1.

NEN-EN 1869: 1997 EN Blusdekens

NEN 2559

Deze Nederlandse norm behandelt met name het onderhoud van draagbare blustoestellen zoals de poederblusser, de schuimblusser en de CO2 blusser. Deze blussers dienen te zijn voorzien van een type keur volgens het besluit draagbare blustoestellen, houdende regels over de veiligheid en de deugdelijkheid van draagbare blustoestellen, waarvan steeds de laatste versie geldig is. Blustoestellen waarvan het typekeur is ingetrokken of waarvoor geen originele onderdelen volgens de specificatie van het desbetreffende typekeur meer beschikbaar zijn, komen niet meer in aanmerking voor onderhoud en controle en dienen daarom verwijderd en vernietigd te worden. Tevens wordt er een onderscheid gemaakt in draagbare blustoestellen met permanente druk en drukpatroon apparaten. In de norm wordt beschreven wat de verschillende onderhoudsintervallen en verrichtingen zijn die uitgevoerd dienen te worden tijdens het uitvoeren van onderhoud. Ook geeft de norm de maximale levensduur van een blustoestel aan. Deze is 20 jaar. Ook wordt er beschreven dat het onderhoud moet worden uitgevoerd door een erkend onderhoudsmonteur.

 

Uitgebreid onderhoud, revisie en intervallen voor onderhoud

In bijlage A geeft de NEN 2559 een overzicht van de maximale onderhoudsintervallen en de maximale levensduur. Deze zijn:

  • 1x per jaar onderhoud
  • 5 jaarlijks uitgebreid onderhoud
  • 10 jaarlijks revisie
  • 20 jaar uit gebruik name

De afkeur van blustoestellen dient schriftelijk te worden meegedeeld met de reden van afkeur. Eventueel te vervangen onderdelen worden vervangen door originele onderdelen en conform het rijkstype keur.

 

NEN 2659 (2003, met aanvulling A1, 2009) Onderhoud van verrijdbare blustoestellen.

Deze Nederlandse norm behandeld de onderhoudsprocedure voor verrijdbare blustoestellen. Hieronder vallen blustoestellen op wielen of op onderstel dat voorzien is van wielen. Deze norm geeft specificaties voor

  • Inspectie
  • Onderhoud
  • Etikettering
  • Eisen aan deskundigen die dit uitvoeren en de organisatie waarbij men werkzaam is

 

NEN 4000: 2008 NL: Bedrijfshulpverlening

Deze norm is bedoeld als instrument voor bedrijven om te zijn voorbereid op incidenten en calamiteiten. Hiertoe zijn er criteria vastgelegd aan de hand waarvan het BHV-plan wordt opgesteld.

Dit BHV-plan vormt de basis voor de opzet, het onderhoud en de continue verbetering van de prestaties van de BHV-organisatie. Er zijn nog vele andere normen welke betrekking hebben op de brandveiligheid in en aan gebouwen. Deze kunt u vinden op de website: www.nen.nl.

 

NEN-EN 1838 Zichtbaarheid eis voor noodverlichting

Deze norm geldt in gebouwen waar publiek en werknemers toegang hebben. In de norm staan de verplichte lichttechnische voorschriften waaraan noodverlichting in gebouwen moet voldoen. Deze norm biedt concrete en heldere eisen omtrent de omstandigheden en verantwoordelijkheden bij de inrichting van de noodinstallatie. Wanneer tijdens de inrichting van een noodinstallatie de norm goed gebruikt wordt is de toetsing van de installatie aan andere regelgeving en normering overbodig. Voor een klein aantal situaties en locaties is toepassing van additionele regelgeving en normering noodzakelijk.

NEN 1010 biedt installatievoorschriften voor noodverlichting

Deze norm geeft installatievoorschriften voor laagspanningsinstallaties en eisen voor de noodverlichting. Naast vluchtwegen (1 Lux) eist de NEN 1010 ook nog noodverlichting voor zogenoemde kritieke ruimte (10 Lux ). Ook zijn in deze norm diverse technieken opgenomen.

 

Is bij u op de zaak nog alles up-2-date?

Vraag nu online een quickscan aan, en wij controleren uw hele bedrijfspand van boven tot beneden.